Les Bleues – Ligier JS-2 en de geschiedenis van Team Ligier
Inleiding
Bij het horen van de naam Ligier, ben je mogelijk snel geneigd te denken aan een pruttelend brommobieltje dat met een gezapige 40km/h voor je uit tuft en als een moederkloek een lint aan verkeer achter zich verzamelt. Wie enigszins verstand heeft van de Formule 1 uit de jaren ’70 en ’80 zal sneller terug te denken aan een Frans Formule 1 team dat deze naam droeg. We gaan terugblikken op een roemrijk verleden, hoog tijd om weereens terug te keren naar de circuits van weleer, en vooral even stil te staan bij een betrekkelijk onbekend, maar daarom niet minder bijzonder fenomeen, de Ligier JS2.
Ligier JS-2
De tussen 1971en 1977 gebouwde straat versie van de JS 2 was min of meer bedoelt als een zeer exclusieve sportauto met voor die tijd indrukkwekkend vermogen. Daarnaast was het nodig om de race auto’s van Ligier van hetzelfde type te homologeren bij de FIA.
De JS2 was uitgevoerd met de roemruchte 3,0 liter V6 motor van Maserati die ook in het vooronder van de Citroén SM gemonteerd zat. Het lichte gewicht van 975kg. van deze auto, in combinatie met de krachtige motor van 200 briesende paardjes zorgde voor mirakelse prestaties. Begin jaren ’70 was een topsnelheid van 249km/h bepaald geen doorsnee bij een min of meer productieauto.
Er kleefde wel een andere ietwat nadelig aspekt aan de JS2 en dat was de prijs.
In 1975 stond deze auto in de prijslijsten voor 59.500,- oud hollandse florijnen, (kent u ze nog???), voorwaar een bom met duiten, zeker in die tijd. Zet je dit bedrag af tegen bijvoorbeeld een Alpine A310 in die tijd, dan zie je dat deze voor zo’n 39.000 de jouwe kon worden, toch ook geen stakkertje al had deze wel een 4cylinder motor. Maar laten we wel wezen, dat scheelde toch maar mooi een hele nieuwe DS, om dingen te kunnen visualiseren. Ook een Porsche 911 Targa was voor zo’n 15.000 minder “zu haben”, wat aangeeft dat de Ligier een zeer exclusieve auto was die slechts voor weinigen was weggelegd. Daarmee is overigens wel meteen een verklaring gevonden waarom er tussen 1971 en ’77 maar 298 stuks van deze paradijsvogel zijn gebouwd. Het lijnenspel van de JS 2 is daarom niet minder geslaagd en zeker tijdloos te noemen. Anno nu doet een JS2 in concoursstaat ergens tussen de 17.500,- en 19.000 Euro, maar dan heb je wel echt iets heel bijzonders, en een auto met een ongekend rijke race historie.
Moniseur Guy
Guy Ligier, wordt op 12 juli 1930 geboren in Vichy, Allier (03) in de regio Auvergne, zijn leven is van jongs af aan al doorspekt met sport. Vooral in Rugby, een vandaag de dag nog steeds geliefde sport in Frankijk, is hij een groot talent. Daarbij is de rest van zijn levensloop nogal bijzonder te noemen. Eind jaren ’40 na de oorlog weet Guy echt door te breken in rugby, maar het is niet zijn ultieme droom. In het dagelijks leven, hij is dan ook al enkele jaren wees, is hij slagersknecht in zijn geboorte stad. Het slagersechtpaar ontfermt zich enigszins over hem en hij weet elke verdiende Franc apart te leggen om???..... Een bulldozer te kopen!!. In het Frankrijk van de naoorlogse opbouw jaren waren er grote mogelijkheden, en werden er veel overheidsprojecten uitgeschreven. Onvoorstelbaar maar waar; in korte tijd wist Guy, door goed ondernemerschap maar vooral hard werken zeer rijk te worden en een heel wegenbouw imperium om zich heen te vormen.
Na het beeindigen van zijjn actieve rugby loopbaan , hij heeft dan zelfs de status van international voor het Franse nationale team, stort Guy zich op z’n race carriere.
Met toerwagens en prototypes lukt het aanvankelijk aardig maar Guy Ligier komt er achter dat zijn talenten niet voldoende, en lichaamsbouw niet geschikt is om succesvol te zijn in 1-zitters en met name in de Formule1. Na een aantal pogingen in de seizoenen ’66 en ’67, het beste resultaat is een 10e plaats, houdt hij het voorgezien en keert terug naar de Formule 2.
De reden van het abrupt beeindigen van zijn race-carriere is een hele droevige, tijdens een F2 race op Rouen komt zijn allerbeste vriend Jo Schlesser op tragische wijze om het leven. Guy is erg aangedaan en besluit het vanaf dat moment anders aan te pakken, hij wordt autobouwer en teambaas, aldus is team Ligier geboren.
Als tribute aan zijn makker Jo Schlesser krijgen alle auto van Ligier de type aanduiding JS, evenummers voor gesloten auto’s (JS2!) oneven voor de Fomule 1 auto’s (JS5, 7, 9, 11 etc.). Over diepgaande vriendschap gesproken…
Tweede helft van de jaren ‘90, het team is dan al een aantal keer overgegaan van eigenaar, maar heeft tot dan toe altijd de naam Ligier gedragen, komt Team Ligier in handen van voormalig wereldkampioen Alain Prost, de naam Ligier verdwijnt, en na een 3-tal kwakkelende jaren van pech en mismanagement valt ook het doek voor Prost. Hiermee komt een einde aan de lange historie van Franse Formule 1 teams in blauwe outfit, na het verdwijnen grote teams als Talbot, Matra, Ligier en Prost komt er een helaas einde aan een tijdperk van La Bleues.
De zakelijke kant van bedrijven van Ligier zijn altijd gescheiden gebleven van de race activiteiten en ook door de jaren uitgebouwd en succesvol gebleven. Het eerder gememoreerde divisie die de microcars bouwt is absoluut al jaren booming en er is tevens een bedrijf dat tractor- en vrachtwagen cabines produceert voor derden.
Wie denkt dat meneer Guy, die afgelopen zomer 80 jaar is geworden, het rustig aan doet en zijn dagelijkse pastisje op een lommerijk pleintje drinkt petanque spelend met vrienden, heeft het finaal mis. Eerder dit jaar kocht hij 25% aandeel in het circuit Magny-Cours waar tussen 1991 en 2008 het formule 1 circus elker zomer neerstreek voor de Franse Grand Prix.Hard wordt er gewerkt om weer een GP in Frankrijk onder te brengen en Guy is van mening dat de show must go on. Petje af voor deze “self-made-man.
Ligier Formula 1 – Goede tijden slechte tijden
Na het beeindigen van zijn eigen niet al te succesvolle Formule 1 carriere en de eerste schreden als teambaas met toerwagens, (de restanten van de oude raceafdeling van Matra heeft hij dan inmiddels overgenomen), besluit Guy Ligier in 1975 te gaan werken aan een Formule 1 auto met de hulp van de V12 van Matra en de hulp van ontwerper Michel Tetu.
Na het hele jaar 1975 hard gewerkt te hebben staan dan uiteindelijk ‘de blauwen’ bij de seizoenstart van 1976 in Brazilie op de start-grid. Met Jacques Laffite is een groot Frans talent aangetrokken, die eer alles aan doet om de JS5 door te ontwikkelen en te verbeteren.
Helaas valt het enthousiaste team de eerste 2 GP’s met pech uit, maar al tijdens de derde poging keert het tij en weet het team een prachtige vierde plaats te behalen, wat terecht als een zege gevierd wordt. Later dat jaar weet Laffite de JS5 nog een drieal keer naar het podium te sturen met een 2e plaats op Zeltweg, Oostenrijk als absoluut hoogtepunt. Laffite eindigt het debuutseizoen van Ligier op de 7e plaats met 20 punten en dat is voorwaar een geweldige prestatie. Over de JS5 van dat seizoen valt nog iets leuks te melden, de monteurs van de engelse teams noemen de auto met een ietwat potsierlijke airbox, met veel humor “the racing teapot”, een blik op de foto’s en je zult meteen begrijpen waar deze bijnaam vandaan komt.
1977 komt Ligier met de JS7, de airbox en de aerodynamica zijn sterk verbeterd, op Anderstorp is er zelfs de eerste zege voor Laffite, dan nog steeds als 1-auto team, wat in die tijd niet ongebruikelijk is, een paar punten finishes zorgen dat Laffite 10e in
het kampioenschap wordt met 18punten totaal.
1978 is niet veel beter, bijna geen podiumfinishes meer , de Matra V12 komt in zijn nadagen en vooral is dezeveel te slobberig.
Aldus wordt voor 1979 de switch naar Cosworth krachtbronnen gemaakt en door het winnen van de eerste 2 GP’s gaat Laffite lange tijd aan de leiding van het WK. Inmiddels is Ligier versterkt met de snelle Patrick Depailler, ook hij weet aanvankelijk te winnen en lange tijd lijkt het erop dat Ligier onverslaanbaar is. Toch loopt het ook dit keer mis; Laffite heeft de nodige pech, de concurrentie in de vorm van Ferrari en Williams maken snel terrein goed en Depailler valt door een ongeval met een delta-vlieger uit en wordt vervangen door de dan al gestopte Jacky Ickx die het heilige vuur al compleet kwijt is. Het kampioneschap glijdt als zand tussen de vingers weg.
Sterker nog zo goed als ’79 zal het nooit meer worden, in ’82 en ’83 keren de kansloze Matra motoren zelfs nog terug bij gebrek aan beter. Pay-drivers als bijv. Boesel, Hesnault, Grouillard en Diniz komen en gaan, DeCesaris (alias De Crash-aris) is ook al geen geluksbrenger en o gaat het maar door. Onverwacht zou Olivier Panis in de JS43 in 1996 uiteindelijk de laatste winnaar in een Ligier worden.
Famous names in racing
De meest bekende naam in verband met de renstal van Ligier, is die van Jaques Laffite.
Niet verwonderlijk als je bedenkt dat hij in dienst van de renstal was in de jaren ’76 t/m 1982, en na een tussenpauze bij Williams (het team waar hij in 1973 mocht debuteren) van 1983 en 1984, keerde Jaques nogmaals terug voor de seizoenen ‘85 en ’86. Een vreselijk ongeluk op Brands Hatch waarbij hij zijn beide benen verbrijzelde maakte een einde aan de lange F1 loopbaan van de sympathieke Laffite.
Eigenlijk ben ik geen man van adoraties en idolen maar eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat na een zomerdag in 1977 Laffite mijn absolute held werd en nog steeds is. Als 13jarig pummeltje was ik er getuige van hoe “Jacqot” op Zandvoort de 2e plaats binnen hengelde, zelden heb ik iemand zo’ n gevecht zien leveren, maar de kwetsbare techniek toch heel weten te houden. Het geluid van de Matra V12 zal ik nooit maar dan ook nooit van mijn leven meer vergeten.
Dat, en het feit dat Laffite de meest relaxte, amicale, toegankelijke, sympathieke coureur was die je maar kon bedenken, zorgde ervoor dat ik altijd voor Laffite was.
Ook daarna heb ik veel Franse rijders zien komen en zien gaan in de F1, [het spelletje volg ik intensief tot op heden] zoals Tambay, Pironi, Prost, Jarier, Alliot om er maar een paar te noemen, maar geen een kon er tippen aan ‘mijn’ Laffite.
Wat overigens weinig mensen weten is dat Jacques Laffite en Jean Pierre Jabouille, die hier eerder aanbod is gekomen zwagers zijn. http://www.vandansik.nl/phpBB2/viewtopic.php?t=11537
Gerard Larrousse, Johnny Rives & Jean Pierre Nicolas
Over het trio Larrousse, Rives, Nicolas valt voldoende te vertellen. In de eerste plaats omdat hun achtergrond, talent en latere carriere zeer uiteenlopend waren. In iedergeval waren de drie Franse coureurs teamgenoten tijdens de “Tour de France Auto” van 1974 in de dikke Ligier JS2 met startnummer 139. En niet zomaar deelnemer, het evenement werd met vlag en wimpel gewonnen door het Franse trio. Ook de tweede plaats was voor een Ligier, de zusterauto die bestuurt werd door het duo Darniche en Jaubert, ook niet de eerste de beste rally namen. Maar de grootste voldoening kwam uit het feit dat de als derde geeindigde Lancia Statos werd weggevaagd en ook de als 4e t/m 7e geeindigde Porsche 911’s Carrera hadden die dag helemaal niets in de melk te brokkelen. Vive La France!!
De Tour de France Auto was een vermaard evenement een soort klassieker waar Frankrijk er veel meer van had zoals Neige et Glace, Critérium de Cévennes, Rally de Printemps en ga zo maar door.
Door de inmiddelse lengte van het artikel zal ik later over Larrousse zijn loopbaan als coureur, teambaas en teameigenaar berichten. De racende en rallyende journalist Johnny Rives valt niet zo heelv eel over terug te vinden en te berichten.
De verrichtingen van Jean Piere Nicolas zijn weer wel waard om later nog eens over uit te wijden wanneer het aan de hand van een (rally)modelauto zo uitkomt.
Eerst maar eens genieten van de onderstaande foto’s van het origineel in 1/1.
In 1 op 43;
Als het om modelauto’s gaat moet ik altijd oppassen om niet in superlatieven te vervallen. Mijn enthousiasme en verzamelaarshart dreigt al snel met me aan de haal te gaan, en steevast verzand ik in details over kleur verhoudingen en acurate specifieke weergaven van het origineel. Dit kan een velgje of chroomlijstje zijn, een exact weergegeven kleurstelling of een specifiek accent die van belang is zoals bijvoorbeeld een carrosserie opbouw of een reclame uiting o.i.d.
Over het schaalmodel van de JS2 kan ik eigenlijk kort zijn, ik ben er in 1 woord sprakeloos van. Kijk bijvoorbeeld naar het sleepoog aan de voorzijde, de precisie van de decals (stickers), of hoe de spaakvelgen zijn weergegeven. Ongekende precisie en kwaliteit.
Het is overigens nummer 30 uit de serie Champions Francais de Rally, en is zonder al te veel kunst en vliegwerk nog gewoon te krijgen. En dan te bedenken dat de prijs slechts Euro 12,95 is en daarmee bereikbaar voor nagenoeg een ieder, heel iets anders dan de originele weguitvoering in 1971!!!
Groeten,
Arie-Jan